Synesthesie: als u begrijpt wat ik bedoel

Soms kan ik niet volgen waarom ik voor anderen moeilijk te volgen ben.
Als student leidde mijn onuitroeibare neiging tot het leggen van minder voor de hand liggende verbanden tot periodieke aanvaringen met mijn docenten.
Evenals het overtollig gebruik van beeldspraak en het citeren van gedichten met teksten als:
"schoonheid, schoonheid, heeft haar gezicht verbrand" (Lucebert)
Zelf stelde ik me hier een hele wereld bij voor...


Zo ervaar ik namen en woorden. Schets en foto Mári Glas

Maar volgens mijn docenten was het "alles ja gáns onwetenschappelijk" (in de woorden van professor Zbygniew Prlwytzkofsky).
Waaróm al die eindeloze uitweidingen, associaties, verbanden, vergelijkingen, gemankeerde verzen en metaforen?

Gedurende het scriptie-proces hielden mijn begeleiders, als oplettende rij-instructeurs, de voet dan ook angstvallig op het rempedaal.
Soms grepen ze zelfs in paniek naar het stuur. 
Dit om de auto recht op de weg te houden. 

Achteraf besef ik wat de oorzaak was, van het wederzijds onbegrip. 
Het lag niet aan mij.
Het lag aan mijn hersens.
Tenminste volgens De Volkskrant.

Synesthesie houdt in dat iemand zintuigelijke waarnemingen die niets met elkaar te maken hebben, desondanks met elkaar vermengt.
Strikt genomen is het een neurologisch defect.
Een deel van de mensen heeft er last van, maar een veel groter deel van de mensen niet. 

Ondanks de - betrekkelijke - zeldzaamheid bestaan er wel tachtig soorten synesthesie.
Mijn afwijking - een specifieke relatie ervaren tussen een letter (of cijfer) en een kleur - is het meest algemeen.

Maar, bij wijze van bonus, ervaar ik de dagen van de week eveneens in kleuren: maandag rood, dinsdag groen, woensdag geel, donderdag doorschijnend bleekblauw, vrijdag donkerpaars, neigend naar bruin (de kleuren luisteren nauw!), zaterdag zwart en zondag wit. 

Als kind beschouwde ik dit alles als vanzelfsprekend.
Ik had het er dan ook niet over.
Mijn familieleden - geen synestheten, zelfs mijn tweelingzus niet - vanzelfsprekend al helemaal niet.
Pas toen ik na mijn dertigste toch een keer mijn mond opendeed, wees iemand mij er (met nauw verholen afgunst) op dat het niet normaal was.
Zeldzaam zelfs, volgens hem.
Maar inmiddels blijkt de eigenschap vaker voor te komen, dan men destijds meende.


Anna. Schets en foto Mári Glas

In die periode ontmoette ik prompt een ander die óók relaties tussen letters en kleuren zag.
Maar - ontluisterend! - hij had ándere associaties bij dezelfde letters.
Spoedig ontstond een absurde woordenwisseling: "Zwart?! De ééé?!! De é is groen man!".

Jammer maar helaas: synestheten kunnen onderling dus niet communiceren.
De dirigent die zijn musici volgens de overlevering aanspoorde om "iets meer blauw" in het geheel te leggen, zag zichzelf dan ook letterlijk geplaatst voor dovemansoren.
Want zelfs eventuele synestheten onder de orkestleden zagen hoogstwaarschijnlijk ándere kleuren bij andere klanken.  

Daar sta je dan met je mooie eigenschap.
Veroordeeld tot een kleurrijk isolement, in een zo levendig binnenkomende wereld.

Gelukkig is het niet altíjd fijn om begrepen te worden.
Zo houd ik de kleuren van de getallen lekker voor mezelf. 
Dankzij mijn afwijking kan ik mijn pincodes en wachtwoorden - mits uitsluitend klinkers en cijfers - gevaarloos noteren.

Over het geheel genomen beschouwde ik mijn eigenschap als een particuliere rariteit.
Amusant, excentriek - exotisch desnoods - maar betrekkelijk nutteloos, en zonder noemenswaardige gevolgen voor de rest van mijn leven.


Ellen. Schets en foto Mári Glas

Toch lijkt synesthesie wel degelijk gevolgen te hebben voor iemands functioneren.
In de praktijk gaat het gelukkig vooral om prettige bijkomstigheden.
Zo meent Robbert Dijkgraaf dat de veelvuldig optredende associaties - hoe onzinnig ook - abstracte zaken verlevendigen.
Werken met getallen wordt op die manier gewoon leuker, en je houdt het langer vol.

Daarbij schijnen sommige synestheten - helaas geldt dit voor mij niet! - een fabelachtig geheugen te hebben.
Dit omdat kleuren eenvoudiger te onthouden zijn dan woorden of getallen. 
Verder bekijken synestheten de natuurlijke verschijnselen in aanleg vanuit verschillende invalshoeken: conditio sine qua non voor metaforen.


Kiki. Schets en foto Mári Glas

Synestheten zijn dus goed in beeldspraak en, bij vlagen, onnavolgbaar in het leggen van verbanden.
Dit verklaart waarschijnlijk waarom de afwijking zoveel vaker voorkomt bij kunstenaars, van schrijvers tot musici.
Maar ook bij de werkelijk grote wetenschappers.

Helaas verklaart het óók waarom mijn begeleiders soms moe van mij werden.
Synesthesie botst immers met de strikt wetenschappelijke methode.
Om die reden is het prettig om te weten dat ik mij lang niet in slecht gezelschap bevind.
De schilder Van Gogh, de natuurkundige Robbert Dijkgraaf en de schrijver Nabokov: allemaal synestheten.

Wie zich bewust is van de eigenschap en zich, waar nodig, laat corrigeren, lijkt dus in staat om bovengemiddelde prestaties te leveren.
Inmiddels weet ik ook dat synestheten onwillekeurig naar elkaar toe trekken.
Hoewel de door hen uitgewisselde gewaarwordingen onvermijdelijk leiden tot spraakverwarring, herkennen zij elkaars onbedwingbare neiging tot onbelemmerd breedspreken, droomdenken, beeldspreken of kleurkletsen.


Otto. Schets en foto Mári Glas

Door in werk- of studiesituaties bewust op zoek te gaan naar geestverwanten (kans 1/20, oftewel 5%) verandert het voornaamste (en vooral sociale!) nadeel – te weten: periodiek onbegrip voor de onnavolgbare neiging tot associëren - óók nog in een voordeel! 


Annemarie. (Deze naam lijkt wel een kerstboom!) Schets en foto Mári Glas



Reacties

Populaire posts